Nieuws

  • Het reilen en zeilen binnen Niño Feliz
Er vloeiden traantjes

Er vloeiden traantjes

Er vloeiden traantjes, die vrijdagnamiddag … juni 2016 in de aankomsthal van de luchthaven van Santa Cruz.

Niet alleen pater Lucas stond ons op te wachten, maar ook 3 jonge Bolivianen, 2 van ‘onze’ kinderen en een van de broers. Meteen kregen die namen, die we al een aantal jaren sponsoren, een gezicht en dat was een hele emotionele opdoffer. Een die kon tellen. Ze hadden een spandoek bij: ‘Benvenido in Parai…’. WAW, weeral een confrontatie, want deze kinderen verwelkomen ons in hun ‘paradijs’. En wij dachten dat wij uit het paradijs kwamen. Hoe hard het leven voor hen ook is – morgen zal dit heel acuut blijken – toch durven ze dat woord nog in de mond nemen. Van levensmoed gesproken.

Pater Lucas zal wel blij geweest zijn dat hij nog eens zijn moedertaal kon bovenhalen, maar hij heeft zich gedurende gans ons verblijf geen moeite gespaard om het ons naar onze zin te maken. En het is een hele belevenis geworden. Bolivia op en top.

In het zeer aangename ‘Buganvillas’-hotel, stond ons een piekfijne kamer te wachten. Een heel proper en net complex, in een mooie tuin. Daar konden we even bekomen van de eerste indrukken. We dronken met de pater al een eerste lokale drank.

Bij families thuis

De zaterdag stond pater Lucas al klaar om ons op te halen om even bij Niño Feliz binnen te springen. Van daaruit gingen we met twee medewerkers, Marie Luz en Juan Carlos, op bezoek bij de kinderen thuis.

Eerst gingen we bij Jonathan. Hij was alleen thuis met zijn zus. Papa was gaan werken. Van mama geen sprake, die was met een andere man vertrokken naar betere (?) oorden.

Het ging om een soort binnenhofje, eigenlijk maar een wat bredere wegel, waarrond woonkamers lagen. Met enkele families leven ze daar samen, elk op zichzelf en toch apart. Jonathan, zijn zus en papa, hadden één zo’n kamer om in te wonen, zoals dat voor elk gezin geldt. Behalve twee bedden en wat kasten, misschien wel een stoel, stond er niets. Het was er heel proper. Ze hadden hun ‘living’ – letterlijk! – wellicht voor het bezoek mooi opgeruimd. En dat deed ons plezier.

Marie Luz en Juan Carlos praatten wat met hen en met het mondvol Spaans dat we spreken, konden we volgen en ook wat met hen praten. Jonathan is een jongen van 17, heel bescheiden en misschien wat schuchter. Maar hoe zouden we zelf zijn als daar plots twee volwassen Europeanen over de drempel binnenkomen … Met welk idee zitten zij over ons?

OK goed, maar wat kunnen we hier materieel nú doen?

Daarna reden we naar Diego. Eenzelfde woonsituatie, maar ze hadden ons daar blijkbaar (nog) niet verwacht. We moesten geruime tijd op straat blijven wachten en konden door de spleten van het hekken wel enige activiteit zien. Uiteindelijk ging het hek open en mochten we op de binnenkoer. Ook hier één woonkamer voor 6 kinderen en 2 ouders. Ze waren de mama gaan halen, die uit werken was. Binnen konden we voorlopig niet komen. Mama had cola meegebracht voor ons. En ook ‘abuela’, de grootmoeder, kwam er even bij zitten.

Na wat gebabbel mochten we naar binnen. Maar stil zijn, want papa had zijn nachtwerk beëindigd en lag te slapen, daarom mochten we eerst niet binnen. Hij is van de hele tijd niet wakker geworden. Ik denk dat er drie bedden stonden, allemaal tegen elkaar, om slaping te geven aan de kinderen, waarvan er twee, een jongen en een meisje, al 19 en 21 waren. En geen eigen bed hadden. Hier konden we iets aan doen.

Ons petekind Walter

Onderweg was een vrouw in de wagen gestapt en die leidde ons nu, een heel eind weg van het centrum, naar haar huis. De binnentuin was hier wat ruimer, maar ook zij beschikte maar over één plaats, met een dubbel stapelbed, een kast en een kookhoek met gasfles en één bekken.

Ze woonde er met Walter, haar oudste, en met nog een zoontje en een dochtertje. Het was er proper en netjes. Via Marie Luz en Juan Carlos vernamen we dat ‘onze’ Walter, hij is ons pleegkind, zorgt voor het huishouden terwijl mama uit werken is. Zo gaat hij pas in de namiddag naar school opdat er eten zou zijn voor zijn broer en zus als zij van school komen en opdat er iemand zou thuis zijn voor hen. Een moedig en dapper baasje.

Toen de mama een gesprek aanging met onze begeleiders van Niño Feliz gebeurde er iets bijzonders, wat ik nog nooit meegemaakt heb. Wat eerst een gewone babbel leek tussen die mama en Niño Feliz, bleek uiteindelijk een vraag om hulp te zijn, te zien aan de traantjes van de vrouw én de kinderen. En het was merkwaardig hoe die aanvankelijk geïnteresseerde Marie Luz en Juan Carlos, die in het gesprek meegingen, bijna op slag overschakelden van luisteraars naar geschoolde hulpverleners. Dergelijk professionalisme heb ik nog maar zelden gezien. Een grote pluim en een dikke duim voor wat het team van Niño Feliz en pater Lucas hier neergezet hebben.

En het gaf ons een grote voldoening met eigen ogen te kunnen zien en met eigen beleving te kunnen vaststellen wat een bijzonder goed initiatief wij steunen. Wij zijn er meer dan ooit van overtuigd dat onze steun op een heel goede manier aangewend wordt om dat stukje wereld daar, met wat liefde, beter te maken. Als we daar allemaal aan meewerken en ons kleine steentje daartoe bijdragen, dan bouwen we mee, met pater Lucas, die er zijn levenswerk van maakt, aan Gods droom van een nieuwe wereld, waar het goed is om wonen. Dan bouwen we mee aan de stad waar Jezus lééft, aan de plek waar zijn woord wordt onderhouden…

Padre Lucas en uw team, veel wensen van geluk voor jullie en een welgemeend proficiat – ‘opdat het voort mag gaan’ – uit de grond van ons hart.

Een speciale viering

Op zondag waren we vrij, maar we hadden ’s avonds een afspraak om bij Niño Feliz naar de mis te gaan, voorgegaan door pater Lucas. We waren mooi op tijd en we keken met een wat kritisch oog naar het niet zo talrijke volk dat er aanwezig was. Maar tegen 19.30 uur was de zaal volgelopen en zat het er overvol. Er stond een muziekband klaar, met Glen Vargas aan de micro. Iedereen zong mee. Ik werd wat mistroostig als ik dacht aan onze vieringen, die wel mooi en verzorgd zijn, maar deze spirit missen, dit vieren, deze uitbundigheid. Maar ja, wij zijn Europeanen…

Daarna lekker gaan eten met de pater – en hij kent de adresjes hoor! – en toch nog vroeg in bed.

Op bezoek in de stichting

Op maandag stond een bezoek aan de stichting gepland en al van bij het binnenkomen word je overvallen door de bedrijvigheid. Er staan verschillende bureaus waaraan naarstige dames zitten, allemaal druk bezig. We ontmoetten er opnieuw Marie Luz en maakten kennis met de andere dames en hun afzonderlijke, welomschreven taken en opdrachten. Een zeer goed georganiseerd en gesmeerd draaiend bureau. Grote pluim en dikke duim. Opnieuw.

Uit haar bureau kwam ook mevrouw Terri en zij nam onmiddellijk en op heel natuurlijke wijze beslag op ons. Hoe ze overtuigend en geëngageerd begon te spreken over de stichting, over wat haar en de medewerkers drijft, over hoe ze het in alle geledingen aanpakken, over … Jongens, jongens, wat een drive, wat een goede wil, wat een engagement.

Op de verdieping zat Juan Carlos naarstig te telefoneren i.v.m. weeral een dossier dat hem toegewezen was. Professioneel, ik kan het niet anders zeggen. En ik wil het nog eens duidelijk zeggen tegen al onze mede-peters en –meters: HIER WORDT ONZE STEUN NUTTIG BESTEED. WIJ HEBBEN HET MET EIGEN OGEN KUNNEN ZIEN. Het was een uitermate aangenaam en vriendelijk bezoek, waar we een zeer goede indruk en een zeer warm gevoel aan overhouden.

Er wordt bij Niño Feliz gewerkt! En hoe!

’s Avonds gingen we met pater Lucas uit eten. Een goed adresje, maar dat had u al geraden!

Ik mag niet nalaten een dikke duim en een grote pluim te geven aan onze ‘trekker’, de steunpilaar van Niño Feliz in België, heel in het bijzonder aan Marie Christine Viaene: wat jij doet, Marie Christine, is geen gewoon werk meer. Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven, wie weet bestaat er een woord voor. Maar het is geweldig en wij bewonderen je buitenmatige inzet. Wij zouden het niet kunnen, maar jij doet het. Heel, heel hartelijk dank, voor wat je voor ons deed, maar vooral voor wat je elke dag opnieuw voor die kinderen ginder doet.

Dat Niño Feliz nog heel lang mag doorgaan! En dat wij, peters en meters, nog lang mogen doorgaan met onze steun, ook als het al eens wat moeilijker is. Want ginder gebeuren kleine wonderen. Wonderen van hoop. Wonderen van liefde.

Claudette en Piet Raman – Strubbe uit Laarne.